Onderstaande video verhaalt pijnlijk treffend over de verwarring waar zovelen van ons zich door laten piepelen. Het is de vertelling van een gesprek tussen een directeur van een groot, internationaal bedrijf en een inheemse Amerikaan. Het stuk tekst is een selectie uit het ‘geen-economieles’ hoofdstuk van mijn boek in wording, Geld Gaat Nooit Over Geld.
We leven op een aarde die makkelijk zeven miljard mensen kan herbergen en dat niet meer kan. Om onszelf in leven te houden breken we stukje bij beetje en steeds sneller af wat ons in leven houdt. Frisse lucht, schone rivieren en gezonde bossen, ons enige échte kapitaal, leveren tenslotte geen geld op.
Wie denkt zijn achtertuin te kunnen vrijwaren van de destructie die elders plaatsvindt, houdt zichzelf en anderen voor de gek. Onze planeet bestaat niet uit losse brokken die onafhankelijk van elkaar door de ruimte zweven. Als nooit genoeg z’n gang blijft gaan, is iedereen, ook de man met de lakschoenen, vroeg of laat de pineut.
Niet dat dit nieuws is. De rand waar we op afstevenen wordt wereldwijd erkend. Tot op de hoogste wetenschappelijke en politieke niveaus klinkt het inmiddels door: ‘We kunnen zo niet verder.’ Toch gaan regeringen door met groei en banen en koopkracht en zo. Toch zegt de directeur van een internationaal bedrijf tegen Oren Lyons, een inheemse Amerikaan: ‘Ik begrijp wat je zegt, maar wij kunnen niet vertragen. Wij moeten winst maken, anders worden we ontslagen. Als directeur móet ik winst maken.’
’Voor wie?’ vraagt Oren.
—‘Voor de aandeelhouders.’
‘Ben je getrouwd?’ vraagt Oren.
—‘Ja.’
‘Heb je kinderen?’
—‘Ja.’
‘Heb je kleinkinderen?’
—‘Ja, twee jongens.’
‘Wanneer hou je op met directeur zijn en wanneer ga je beginnen met grootvader zijn?’[1]
In zijn hart zal de directeur niets tegen de vraag Oren in te brengen hebben. De kans dat hij ook in de praktijk wakker wordt voor zijn kleinkinderen en de toekomst die ze tegemoet treden, acht ik een stuk kleiner. Er heerst namelijk nogal wat verwarring in de wereld over wat leven geeft.
