Is 2040 te vroeg?
Ben ik naïef?
Is wat ik schets überhaupt mogelijk?
Laat ik allereerst zeggen dat ik onze gezamenlijke prestaties tot nu een peuleschil vind, vergeleken bij de uitdaging waar we op dit moment voor staan: een fundamentele transformatie van ons collectieve bewustzijn.
Laat ik alleen ook zien dat wij het onmogelijke al talloze keren hebben waargemaakt.
Een flink deel van wat we vandaag dagelijkse kost noemen, was kort geleden nog ondenkbaar. Anders gezegd: dingen worden mogelijk of onmogelijk door de houding waarmee we ze benaderen. Wie op de maan mikt, zou er zomaar kunnen eindigen; wie op de grond mikt, schiet zichzelf zomaar in de voet.
Wat als wij onszelf onderdeel maken van een groeiende, misschien nu al meer-dan-kritische massa die zijn zinnen heeft gezet op de moeder aller uitdagingen tot nu toe?
Wat als we onze zinnen niet zetten op ‘wat zit er in voor mij?’, ‘wat zit er in voor ons?’ of ‘hoe kunnen wij sneller zijn dan zij?’, maar op drie wezenlijke, verbindende vragen?

Ik vind dit geen utopische vragen.
Ik vind ze volstrekt realistisch en noodzakelijk.
En de antwoorden hoeven we niet te hebben. Als we in oprechte benieuwdheid durven vragen, komen de antwoorden vanzelf. We vinden inspiratie waarvan we niet wisten ernaar op zoek te zijn, ontmoeten mensen die we anders voorbij waren gelopen en slaan wegen in waar we anders blind voor waren gebleven.
De komende hoofdstukken gaan over de wegen, ideeën en inspiratie die me sterken om van ‘ja, maar’ een Ja te maken.
Mogen ze voor jou hetzelfde doen.