—
Wat onze rol ook is…
Laat het er één van verbinding zijn,
niet van (verdere) afscheiding.
Dat deze tijd ons moge laten zien dat straf,
vernedering en gewelddadig taalgebruik
nooit tot een liefdevollere wereld leiden.
Dat we mogen ervaren
dat als we hebben op te staan,
dat opstaan vóór
ontzagwekkend veel krachtiger is
dan opstaan tegen.
—
Als ik beelden zie van Poetins gezicht op een protestbord, half afgescheurd om een afbeelding van Hitlers gezicht te onthullen, en als ik de Engelse premier Johnson Poetin een ‘met bloed besmeurde agressor’ hoor noemen, denk ik: andere kant van de tafel, same old shit. Er wordt van iemand iets gemaakt dat hij niet is, waardoor de kans alleen maar toeneemt dat hij dat wordt.
De wij versus zij liedjes die nu op grote schaal rondgalmen, herken ik steeds duidelijker in mezelf en vaak in relatie tot mensen die het dichtst bij me staan. In dat herkennen, zie ik ook steeds duidelijker dat er nooit daders in het spel zijn. Mensen vertonen monsterlijk gedrag omdat ze miserabel en bang zijn, zich daar niet (voldoende) bewust van zijn en niet met compassie worden benaderd door hun medemensen.
Als we de bron iemands gedrag onder ogen durven komen, kunnen we makkelijker onder ogen komen dat we veel meer op elkaar lijken dan we denken.
En dan kunnen we gewelddadig gedrag aanpakken door het aan te pakken in plaats van het te voeden.
‘Laten we de fout die we eerder maakten niet herhalen’, lees ik her en der in berichtgeving.
Laten we oefenen met anders kijken, denk ik. Niet alleen naar hoe we onszelf en onze medemens beschouwen, maar ook naar de (vaak eenzijdige en valse) beelden waardoor we ons laten ‘informeren’.
Mijn hart gaat uit naar jou en mij en alles en iedereen, ook naar Vladimir Poetin.
