Plastic spulverhaal

Soms belandt een onderwerp ineens in m’n schoot, waarna nog een keer. En nog een keer en nog een keer. Deze weken is dat: hoe polyesterkleding en fleecedekens vrijwel ongemerkt via onze wasmachines de zee inspoelen. Plus wat we daar zogenaamd niet aan kunnen doen. Ik voelde dat ik er wat over wilde schrijven.

Een paar dagen geleden stuurde iemand mij het meest uitgebreide artikel over dit onderwerp dat ik tot nu toe tegenkwam. De link zet ik onderaan deze blogpost. Er staan behoorlijk confronterende cijfers in, plus een nogal te verwachten bericht: de kledingindustrie zegt geen actie te ondernemen zolang er geen onomstotelijk bewijs is over de schadelijkheid van plastic microvezels in onze zeeën, lucht, planten, dieren, mensenlichamen en placenta’s. Zelfs ‘duurzaamheidskoplopers’ als Patagonia en Fjäll Raven zeggen eerst te moeten weten hoe groot het probleem precies is, voordat ze er iets aan gaan doen.

Met andere woorden: de industrie moet iets doen maar doet niks, dus zitten wij in een Catch-22.

Bij mij gaat dit er niet in.

Wie koopt?
Wie zegt ja?
Wie zegt ‘blijf maar doen want ik koop toch wel door’?

Het artikel schrijft terecht dat alternatieven zoals katoen weer hun eigen enorme water- en land- en vervuilingsproblemen met zich meebrengen, maar lijkt daarmee ook te zeggen dat we niet echt positief kúnnen stemmen met onze portemonnee. Ook dat gaat er bij mij niet in. Volgens mij is het meest duurzame product nog altijd het product dat we niet kopen.

Kleine (grote) kanttekening: als ik het echt ‘goed’ zou willen doen, moet ik op een steen gaan zitten en de rest van m’n leven zo weinig mogelijk ademen en hopen dat mijn kont geen schade aan die steen toebrengt. Ik zal hoe dan ook m’n sporen achterlaten. Volgens mij is dat helemaal niet erg en misschien zelfs leuk. Ik geloof dat we hier toch zijn om het samen te doen, in een logische kringloop waar de één z’n afval de ander z’n brood is. Volgens mij hebben we vooral te leren wanneer de maat vol is.

Ik kan een hoop laten zonder mezelf tekort te doen. Zo heb ik in 2015 voor het laatst kleding gekocht. Het enige wat me dat heeft gekost, is dat ik geen hipster kan zijn. Verder heb ik aan kleren om m’n lijf nog steeds geen gebrek.

Hoewel, het wordt wel tijd voor een nieuwe onderbroek.

Dus onderbroeken daargelaten, ervaar ik minder niet als minder. Ik vind het heerlijk dat al mijn kleren, inclusief schoenen en dikke winterjas, in één backpack passen. Ik vind het heerlijk dat ik niet langer dan een minuut kan nadenken over wat ik vandaag aantrek.

Ik hou onwijs van mooie spullen trouwens. Ik loop alleen niet meer warm voor anonieme massaproductie die mij niks zegt behalve ‘goedkoop!’. Ik denk dat mijn volgende shirt een stuk handwerk wordt van iemand die ik persoonlijk ken. Of dat ik zelf heb gemaakt. Ik zal er een flink bedrag voor mogen geven of zelf op naaicursus mogen gaan. Lijkt me allebei een goed idee.

Hoe meer wij de echte prijs gaan betalen voor de dingen die we ‘nodig’ hebben, hoe meer we stilstaan bij wat we nodig hebben. Hoe meer we beseffen wat en wie bij onze spullen komen kijken voordat ze onze handen bereiken, hoe minder achteloos we er mee omgaan. Hoe meer spullen voor ons gaan betekenen, hoe minder spullen we najagen in de hoop vervulling te vinden.

We kunnen wachten tot de politiek of industrie ons dwingt om die echte prijs te betalen; we kunnen er ook zelf voor kiezen. Dat tweede is misschien geen kant-en-klare oplossing voor de plastic soep die er al is, maar wel een direct uitvoerbaar steentje aan het dichten van de kraan.

Dat steentje gaat alleen ook over een diepere laag. Want waar komen die koopverslaving, eetverslaving, statusverslaving en meerverslaving vandaan? Dat laat ik aan mijn boek Geld Gaat Nooit Over Geld. Voor nu, mijn opmerkingen daargelaten, vind ik het plastic-artikel een steengoed artikel. Je vindt het hier.

Beeld: Ishan @seefromthesky op Unsplash.com.

Geld Gaat Nooit Over Geld

Een boek over de les die we (n)ooit op school krijgen, over tien maanden leven, reizen en werken zonder geld, over het prachtige idee dat geld in essentie is — en over de wereld die wél kan.

Vrij op deze website te lezen op een ‘geef wat goed voelt’ donatiebasis.

Vanaf 3 november ook beschikbaar op papier en als e-boek, wellicht met jouw hulp.